Vooronderzoek:
Voor elke narcose geldt een pre-operatief onderzoek. Hierbij wordt de algemene gezondheidstoestand van het dier ingeschat om eventuele risico’s beter in kaart te brengen. Soms is grondig onderzoek zoals bloedcontrole, hartonderzoek of radiografie nodig vooraf. Uitgezonderd bij spoedpatiënten, zijn zulke onderzoeken meestal al uitgevoerd voor de afspraak tot chirurgie en/of verdoving.
Waarop moet u letten voor u een patiënt binnen brengt.
- Honden en katten dienen 12 uur op voorhand te worden uitgevast, ze mogen enkel nog water drinken. Voor operaties ter hoogte van de anale regio kan gevraagd worden dat u ze langer uitvast. Niet nuchtere dieren braken gemakkelijker wat het risico op verslikking en verstikking vergroot.
- Knaagdieren en konijnen worden nooit uitgevast!! In verband met de post operatieve zorgen vragen wij u de gebruikelijke voeding mee te nemen als u zo’n diertje binnenbrengt.
- Breng uw dier liefst binnen in goede hygiënische omstandigheden. In geval van honden en katten wil dat zeggen: minstens ontwormd en ontvlooid.
- Net voor u de hond binnen brengt kan u best het dier nogmaals buiten laten om te lekkage van stoelgang en urine net voor, tijdens of net na de operatie te vermijden.
De verdoving (anesthesie):
Afhankelijk van de diersoort, de ingreep en de risico’s kan een verdoving bestaan uit injectieanesthesie en/of gasverdoving. De monitoring van de ademhaling en het hartritme zijn goede parameters om de narcose te evalueren.
Net zoals bij de mens kan elke anesthesie een risico inhouden. Doch door aanpassing van de verdoving in functie van de mogelijke risico’s, leeftijd en diersoort trachten we dit tot een minimum te herleiden. Zo worden bijvoorbeeld kortsnoetige hondjes steeds met een tube in de keel aan de gasanesthesie gelegd.
Omdat je op huisbezoek altijd beperkt bent qua mogelijkheden, wordt een volledige verdoving enkel op de praktijk uitgevoerd.
De nazorg:
Op deze praktijk is het de gewoonte om dieren eerst goed genoeg te laten ontwaken vooraleer zij huiswaarts keren.
De thuiszorg bestaat erin het dier in een warme omgeving te houden.
Honden en katten mogen pas drinken als ze goed wakker zijn, voeding pas daags nadien. Medicatie zal dus pas ten vroegste daags nadien worden toegediend. Knaagdieren en konijnen mogen meteen terug eten en moeten binnen de 24 uur iets in hun maag krijgen. Het is verstandig om zelfs voeding (bijvoorbeeld ‘ovarit wortelstomp’ potjes) in huis te hebben om bijvoedering in spuitvorm -indien nodig- te kunnen voorzien.
De wondheling duurt 7 tot 14 dagen, de wonde dient steeds droog en proper gehouden te worden.
Afhankelijk van de operatie kan u gevraagd worden het dier een kap op te zetten, beperkte beweging toe te laten, medicatie te geven en dergelijke.
Let steeds op:
- Nabloeden (enkele druppels kunnen normaal zijn)
- Enorme zwelling
- Productie van grote hoeveelheden wondvocht
- Herstel van eetgedrag
- Overmatig en blijvend braken (de eerste dag kan het normaal zijn).